De Geschiedenis van Javea, zoals van zovele gemeenten aan de Costa Blanca, hangt samen met de verdedigingstorens tegen aanvallen vanuit zee en talrijke voormalige nederzettingen. Een geschiedenis die een grote monumentale rijkdom nagelaten heeft dat hoofdzakelijk in haar stadskern waarneembaar is.
De eerste documenten waarin
Javea vermeld wordt dateren van de XIVe eeuw, tijdens het bewind van Koning Jaime II. In 1397 kreeg de gemeente de titel "Vila con Consell y Término" (Gemeente met Raad en Grondgebied), hoewel ze nog steeds deel uitmaakte van het Graafschap Denia.
De regelmatige piratenaanvallen zorgden ervoor dat de inwoners van Javea 2 km land inwaarts trokken en een muur omheen de gemeente bouwden die stand hield tot in 1877. Deze ruimte vormt heden de historische stadskern van de gemeente.Na de deelname in de Successieoorlog, waarbij ze de Bourbons steunde, kreeg ze als beloning de concessie voor de export van goederen en vruchten. Deze vergunning zorgde voor een grote havenactiviteit die zich ontwikkelde als motor van de economische activiteit van het dorp, eerst met de invoer van tarwe en vervolgens met de commercialisering van rozijnen. De landbouw was gedurende vele jaren de hoofdactiviteit van Javea. Tarwe, amandelen, wijndruiven, johannesbrood en olijven waren de relevantste producten van haar landbouw.
Tegenwoordig vormt het toerisme de motor van de economie van Javea, zoals van de meeste van de gemeenten aan de Costa Blanca. Hier valt vooral het residentieel toerisme uit Europa op, een activiteit dat zorgde voor een forse uitbreiding van de dienstensector, vooral op het gebied van restauratie en horeca. De toeristische activiteit in Javea ontstond in de jaren '69, met de bouw van de Parador van Javea, de enige parador van de Costa Blanca, gelegen aan het uiteinde van het strand, Playa del Arenal.
Dankzij haar rijke geschiedenis heeft Javea een zeer belangrijk monumentenerfgoed, dat in de meeste gevallen in goede staat bewaard gebleven is, noemenswaardig zijn:
- De Kerk van San Bartolomé: een gebouw in gotische stijl uit de tijd van koningin Isabella. In de Middeleeuwen was deze kerk het belangrijkste verdedigingselement en voldeed zij perfect aan haar twee functies, de bevolking beschermen en voldoen aan hun godsdienstige behoeften.
- Het Paleis van Antonio Bañuls: in de Calle Primicias treffen we het paleis-huis van Antonio Bañuls aan, lid van het hof en hofmeester van Felipe III. Thans herbergt het paleis het "Archeologisch en Etnografisch Museum". Hier kunnen we een prachtige reproductie bewonderen van de Iberische Schat van Javea, waarin vooral een diadeem opvalt die terug gevonden werd in een keramieken kruik in La Yuca. Het centrum beschikt over acht zalen met permanente tentoonstellingen en twee zalen voor tijdelijke tentoonstellingen.
- Kapel van Santa Ana: klein gebouw in gotische stijl dat in de XIVe eeuw deel uitmaakte van het hospitaal. Het is opgetrokken uit ruwe steen. Het bestaat uit een rechthoekig grondplan, opgedeeld in drie delen. Opvallend is een ronde boog aan de ingang en het kruisgewelf.
- Gemeentelijke Markthal: deze ligt op de plaats van het voormalige nonnenklooster. De gemeentelijke markthal werd opgericht in 1946 met een ontwerp en een architectuur die in overeenstemming was met haar ligging.
- Casa Bolufer: een gebouw met een uitgesproken sober karakter. Op de gevel vallen vooral de afwerking in ruwe steen op, de tralies en balkons in smeedwerk en het Mobila-hout. Het ligt op het kerkplein, zeer dichtbij het Gemeentehuis.
- Het Gemeentehuis van Javea: dit ligt in de oude stadskern. Het betreft een gebouw uit ruwe steen, een gemeenschappelijk element van de oude bouwwerken in de stadskern van Javea. Het gemeentehuis ligt op het Plaza de la Iglesia (Kerkplein).
- De Kerk van de Heilige Maagd, La Virgen de Loreto: één van de moderne en meest geslaagde tempels. Het ontwerp bestaat uit een ovaal grondplan dat de kiel van een boot nabootst en het is opgetrokken uit materialen zoals cement en ijzer.
- Het Klooster “Virgen de los Ángeles”: op ongeveer 160 m boven het zeeniveau staat een klooster van de orde van de H. Hiëronymus dat beheerd wordt door één enkele pater die alle taken op zich neemt. In juli wordt er de festiviteit van de Heilige Maagd, "Virgen de los Ángeles" gevierd en dan stijgt het aantal bezoeken aan het klooster aanzienlijk.
- De kapel, La Ermita del Calvario: deze valt op door de combinatie van geometrische figuren, bekroond door een koepel van moorse dakpannen. De kapel werd gebouwd in de XIXe eeuw en herbergt het beeld van Jezus de Nazareeër.
- De kapel, La Ermita del Popul: deze kapel bevindt zich op de zuidelijke helling van de Montgó en behoudt dezelfde structuur als de andere kapellen die tijdens de herovering gebouwd werden, waarbij hier vooral het gebruik van de ruwe steen opvalt. In de XVIIIe eeuw werd ze onderworpen aan een restauratie.
- Acequia de la Noria: het betreft een kanaal, van ongeveer honderd meter lang, dat uitgegraven werd in de rots en de zee verbindt met El Saladar. Men kan het bereiken via de weg van El Arenal naar de baai, Cala Blanca.
- Torre Capsades: de nederzettingsresten van deze toren bewijzen dat er in de zone islamitische gebouwen bestonden. In deze toren werden resten van keramiek teruggevonden, ijzeren sleutels, een bronzen drevel en een muntstuk.
- De torens, Torre de Ambolo, Torre Portichol, Torre Torronel: de kustbewaking werd vanuit deze uitkijktorens verzekerd dankzij hun strategische ligging langs de kustlijn.
- De Route van de Uitkijkplaatsen: een andere belangrijke trekpleister van de gemeente Javea zijn de uitkijkplaatsen. Vanaf de kaap, "Cabo de San Antonio" tot aan het strand, "Playa de la Granadella", treffen we veertien uitkijkplaatsen aan van waar we kunnen genieten van prachtige uitzichten op de Middellandse Zee.